De vorige keer vertelde ik over het Pieterpad en waarom ik het pad wilde lopen. Maar nu begint het pas echt. De eerste stappen op het pad zetten we in maart 2018. Deze keer vertel ik over de eerste vier etappes van het pad, waarin we van het startpunt in Pieterburen (GR) tot Rolde (DR) lopen. Door het Hogeland, en via de Hondsrug tot aan het Drents Plateau.
Op het pad merk je duidelijk de verschillen tussen de gebieden waar je doorheen komt, en elk gebied heeft zijn charmes en eigenaardigheden. Het eerste stuk van het Pieterpad loopt dus door Groningen, en dat is een stuk dat me zeker bij zal blijven. Je zult wel lezen waarom.
Etappe 1 en 2: Pieterburen – Winsum – Groningen
Dag één op het Pieterpad, en we begonnen met problemen met het openbaar vervoer. We hadden de auto in Groningen geparkeerd, en moesten met de bus naar Pieterburen. Het idee was om daarna in twee dagen terug te lopen naar de auto. Helaas besloot een buschauffeur dat hij er die dag geen zin had, dus de bus kwam niet opdagen. Dan moet je ons stadsmeisjes hebben. Hoezo ‘geen zin’? Dat kan toch niet? In Groningen kennelijk wel. En had ik al gezegd dat het rond het vriespunt was? Dus we wilden het snelste alternatief naar onze bestemming. Dat werd: een andere bus, een trein, en daarna een taxi.
De eerste etappe is met 11 km een relatief korte, dus brachten we eerst een bezoek aan zeehondencrèche Pieterburen. Ik ben van kinds af aan al donateur (lees: ik pushte mijn vader donateur te worden, en zodra ik op mijn dertiende met een krantenwijk begon, ging de donatie voortaan van mijn rekening). Daarom vond ik het des te leuker om even rond te kijken. We liepen mee met een rondleiding. Als je in de buurt bent is dat erg aan te bevelen! Je krijgt dan ook een kijkje achter te schermen, en een goed beeld van wat de zeehondencrèche doet.
Na de lunch startten we met de daadwerkelijke wandeling. Onze eerste stappen op het Pieterpad waren memorabele momenten. Zodra we de beschutting van het dorp verlieten, werden we tot aan het eindpunt continu blootgesteld aan een harde, koude wind. Dankzij het zonnetje en de blauwe lucht zag het er vrolijk uit, waardoor we met goede moed doorgingen. Maar tegen de tijd dat we in Winsum kwamen waren we nog net geen ijspegeltjes. In de fijne B&B van de familie Martens konden we heerlijk opwarmen. Ik was zo blij met het ouderwetse maar o, zo heerlijk warme gaskacheltje! We hadden een mooie ruime kamer met de dag erna een heerlijk uitgebreid ontbijt. Er was genoeg om ook lunch te maken, en ik zou algauw merken dat dat iets is wat bij dit soort tochten zeer te waarderen is.
Dag twee verliep niet veel anders. Bij helder weer, wind en kou sleepten we ons door het kale, vlakke Groningen. Pas in de beschutting van een schuur, waar aan de zonkant schapen stonden, konden we ons brood eten zonder dat het uit onze handen waaide, of de wind ons de adem benam. Toen we aan het eind van de middag de stad Groningen uit de vlakte zagen oprijzen, voelde het als een soort overwinning. Laat ik er ook bij vertellen dat ik voor dit weekend slechts één keer 17 km had gelopen, en verder nooit meer dan 10 á 12 km. Dus na 19 km door de Groningse kou kwam ik strompelend de stad binnen. Helemaal gesloopt zijn we een café binnen gevallen voor een welverdiend biertje en een kaasplank.
Die ochtend liepen we trouwens een stukje op met een man die het pad samen met zijn dochter liep. Hij had zelf het pad al eens gelopen, en vertelde ons dat hij het had ervaren alsof je van de hel naar de hemel liep. Groningen is het ergste stuk, zei hij, daarna wordt het alleen maar mooier en mooier. Ik hoopte van harte dat de man gelijk had.
Etappe 3 en 4: Groningen – Zuidlaren – Rolde
We besloten maar gelijk door te zetten, en gingen het weekend erna weer lopen. Dat was een heel verschil met het weekend ervoor. Na de stad Groningen kwamen we bomen tegen in plaats van kale vlaktes. Wat een verademing! Ook werden we niet meer constant van onze sokken geblazen door de wind, dus dit liep een stuk prettiger.
Er was veel meer te zien onderweg. We liepen veel over geasfalteerde weggetjes, met aan de ene kant water en aan de andere kant iets lager gelegen boerderijen en vrijstaande huizen. En we kwamen de eerste hunebedden tegen, al op Gronings grondgebied. Hunebedden zijn grafkamers uit de Nieuwe Steentijd, gemaakt van enorme keien. De meeste zijn in Drenthe. In latere etappes zouden we er nog een aantal passeren. Het pad loopt in die gevallen nagenoeg langs de hunebedden. Stop er zeker even, want dit is een bijzonder stukje Nederlands erfgoed. Ze staan aangegeven in de gids, en naast de hunebedden staan borden met informatie. Wil je vooraf vast meer weten, kijk dan eens op deze site over hunebedden.
We kwamen weer afgepeigerd bij het overnachtingsadres aan – het bewijs dat we wel nog een beetje aan de conditie moesten spijkeren. Na de vriendelijke ontvangst bij Bed & Breakfast Zuidlaren en het wisselen van schoenen, gingen we op pad voor het eten. We hadden zo’n honger, dat we overenthousiast een all you can eat sushi-restaurant zijn binnengelopen en ons in no time misselijk hebben gegeten.
Op dag twee kwamen we weer door een paar mooie stukjes Drentse natuur. Dit stuk wordt ook wel een ‘landschapspark’ genoemd, waar het niet alleen draait om behoud van natuur en cultuur, maar ook om leefbaarheid. Dat recreatie zoals wandelen daar ook bij hoort snap ik volledig als ik door dit landschap loop. Niet in de laatste plaats omdat ik in mijn jeugd veel in Drenthe ben geweest en dit gebied daarom een gevoel van tevredenheid en nostalgie bij mij oproept.
En toen kwamen we door het Balloërveld, een behoorlijk stuk hei die we over rulle zandwegen doorkruisten. Het was ergens halverwege dat veld toen mijn wandelmaatje een schaapskudde zag, compleet met schaapherder. In haar enthousiasme liep ze dwars door de hei naar de kudde, mij op het pad achterlatend. Ik was al vrij moe – de kerktorens van eindpunt Rolde kon ik al zien. Dus besloot ik op het pad te wachten. Maar eerlijk is eerlijk; schapen en hei horen bij elkaar, en het is zeker leuk als een kudde je pad kruist.
Kennelijk hadden we na de schapen nog niet genoeg dieren gezien, dus op het laatste veld dat we over moesten steken blokkeerden een stel paarden de weg. Ze stonden als soort welkomstcomité pal achter het hek met het bord ‘x meter afstand houden’. Dat werd dus mission impossible, zeker toen ze zo nieuwsgierig bleken dat ze aan onze rugtassen knabbelden en hun neuzen tegen onze handen drukten. Hoewel afstand houden dus niet lukte zijn we ze rustig en zonder problemen gepasseerd, en konden we de laatste meters van dit weekend afleggen.
Na deze twee weekenden hebben we de eerste 69 km van het Pieterpad erop zitten. Ben je benieuwd naar het vervolg? Binnenkort deel ik het verhaal van de etappes 5, 6 en 7, waarin we van Rolde naar Sleen lopen.
Tot snel!
[In deze blog zijn affiliate links verwerkt. Als je via deze links iets koopt ontvang ik daar een kleine commissie voor, waarmee ik (een deel van) de kosten voor DutchWayfarer kan dekken. Dit kost jou niks extra. Je leest hier meer over in de disclaimer.]