De oudste wandelroute van Nederland: van Amsterdam naar Arnhem

herfst op de oudste wandelroute van Nederland

Tussen Amsterdam en Arnhem ligt de oudste wandelroute van Nederland, in 1914 uitgezet door de ANWB.  In die tijd wilde de ANWB het wandeltoerisme promoten, en dat deden ze door het uitzetten van zogenaamde ‘bondswandelwegen’. Deze eerste bondwandelweg was geheel voorzien van bewegwijzering en compleet met een wandelgidsje. En nu, ruim 100 jaar later, kunnen we die oude route (grotendeels) nog steeds lopen! Dat vond ik wel gaaf klinken, dus ging ik op pad. En uiteindelijk was het niet alleen de route die deze tocht de moeite waard maakte, maar ook (of vooral) de avonturen onderweg.

Wil je ook de oudste wandelroute van Nederland lopen? Onderaan de blog vind je meer informatie en routebeschrijvingen.

Van mijn roots naar zijn roots

Natuurlijk heeft het iets om de oudste, de langste, de hoogste etc. te bewandelen. Maar deze oudste wandelroute heeft ook nog een andere waarde voor mij en mijn vriend Joey. Ik kom uit Almere en hij uit Arnhem. Almere is praktisch een buitengebied van Amsterdam (afhankelijk van aan wie je het vraagt). Dus het idee was om met deze wandeltocht te voet van mijn ‘roots’ naar zijn ‘roots’ te wandelen.

Uitstel, maar geen afstel

We hadden al eerder het plan opgevat om deze route te lopen. We hadden zelfs al concrete plannen gemaakt, en overnachtingen geregeld. De week rond Hemelvaart, dan zou het gaan gebeuren. Maar toen brak het coronavirus uit, en werden de overnachtingen geannuleerd. Daar ging ons plan.

Maar van uitstel komt geen afstel! Uiteindelijk zijn we op 17 juli alsnog gaan lopen.  Die week had ik namelijk toch al vrij gevraagd voor de afgeblazen Nijmeegse Vierdaagse (zie ook de blog over mijn Alternatieve Vierdaagse). We pakten onze rugzak in, stapten op de trein naar Amsterdam, en onze tocht kon beginnen.

De eerste stappen: Amsterdam – Hilversum

Onze wandeltocht begon op een stralende zaterdag bij Amsterdam Muiderpoort. Al vrij snel liepen we de stad uit. Wee bleven lange tijd het water volgen. Eerst de Weespertrekvaart, waar we een korte pauze hielden naast een molen. Toen  de Gaasp , het Gein en het Amsterdams Rijnkanaal.  Onderweg kwamen we langs nog meer molens, en hoewel we door relatief open terrein en over asfalt liepen vond ik het een mooie route. Met name het stuk langs het Gein.

Bij Nigtevegt hielden we een langere pauze. We hadden er toen al  ruim 15 kilometer op zitten, het was warm en mijn lijf deed zeer van het gewicht van de rugzak, waar ik totaal niet aan gewend was. Als we weer een beetje mens zijn steken we het water over met het fiets- en voetgangerspontje. Maar niet voordat de vriendelijke veervrouw onze flesjes vulde met vers water. Door de hitte gingen we hard door ons water heen! We liepen verder langs het volgende water, de Vecht.

Bij Nederhorst den Berg gunden we onszelf een ijsje voordat we de Ankeveense plassen inliepen.  We moesten een lang, smal pad volgen, met links en rechts uitzicht op de mooie, uitgestrekte plassen. Helaas konden we weinig van het uitzicht genieten omdat we de hele tijd de berm in moesten duiken vanwege de hordes fietsers die van en naar het strand fietsten. Aan het eind van de plassen liepen we via het Spanderswoud Hilversum in.

Als we eindelijk bij onze B&B aankomen geeft Runkeeper 36 kilometer aan voor die dag.  Het verbaasde me niks dat mijn hele lijf zeer deed, en ik was blij dat we konden bijkomen! Overigens was B&B Het Atelier een fantastisch overnachtingsplekje, vlakbij het centrum van Hilversum (lees: op kruipafstand van verschillende restaurants – en dat hadden we wel nodig). De eerste kilometers, en tevens de langste etappe, zaten erop. Nog 120 kilometer te gaan tot Arnhem.

Door het Gooi en over de Utrechtse Heuvelrug

In de dagen daarna liepen we van Hilversum via Zeist, Doorn en Amerongen naar Heelsum. Het bleef mooi weer, op wat nachtelijke spetters na. En hoewel we op zondag ons nog een beetje irriteerden aan de drukte op de fiets- en wandelpaden, liepen we het gros van de tijd op ons gemak van het ene mooie natuurgebied naar het andere.

Boterbabbelaars van de Lage Vuursche

Na Hilversum beginnen de bossen pas echt, en we stoppen in Lage Vuursche voor koffie met gebak. Dit dorpje is voor mij jeugdsentiment ten top! Ik wilde even kijken bij het boswinkeltje. Dit winkeltje was vaste prik toen we hier met opa en oma vroeger kwamen. Dan kregen we een stokje zoethout of wat anders leuks bij het boswinkeltje, en daarna een pannenkoek bij de Vuursche Boer. Het winkeltje is alleen erg veranderd in de loop der jaren: het deel met snuisterijen is sterk gekrompen. Maar ik had wel een erg leuk gesprek met de eigenaresse van de winkel. Over het winkeltje, over de herinneringen aan vroeger, en over de tocht die we nu aan het lopen waren. Voordat ik terug ga naar het terras waar ik Joey heb achtergelaten, kreeg ik een klein blikje met boterbabbelaars van haar mee. Gewoon, om ons succes te wensen met onze tocht. Wat ontzettend lief!

Uitdagingen en ho(o)g(t)epunten

We vervolgden onze weg door het bos, en die avond zetten we op een camping net buiten Zeist voor het eerst onze tent op. Dat ging verrassend soepel, en ook het slapen in de tent viel me best mee. Zeker als je bedenkt dat dit mijn eerste nacht op een matje in een tent is sinds mijn basisschooltijd. De echte uitdaging komt de volgende ochtend, met het ontbijt. Ik had een gasstelletje gekocht met een allesbrandertje. Na een uur aanrommelen met Esbit-blokjes had ik nog geen kokend water – en dus nog geen koffie. Kennelijk was de frustratie van mijn gezicht te lezen, want de campingbuurman vroeg op een zeker moment of hij even de waterkoker voor ons aan kon zetten. Ja, dank u!

Later dan gepland lieten we Zeist achter ons, en liepen we weer door de bossen. Aan het eind van de ochtend kwamen langs de Pyramide van Austerlitz. Vorig jaar liep ik nog een route in deze bossen en toen hebben we ook de Pyramide beklommen. Nu kon dat niet meer zo eenvoudig door corona, dus gelukkig konden we die al afstrepen van ons lijstje. Wel gunden we onszelf een warme hap bij het restaurant voordat we doorliepen richting Doorn. Die avond zouden we als avondeten zakjes Adventure Food eten. Die zakken hadden we eigenlijk voor de campingovernachtingen, maar dat ging dus niet werken, waren we achter. En in onze B&B  konden we wel water koken, wat we nodig hadden voor het Adventure Food.

De volgende ochtend, vlak na Doorn, kwamen we langs een uitkijktoren. De zware rugtas liet ik bij Joey achter, en ik beklom de toren om even van het uitzicht te genieten. Vanaf hier keek ik uit over de Kaapse bossen, bossen die we daarna te voet doorkruisten.  We kwamen langs nog twee interessante bezienswaardigheden, de graftombe van Nellesteyn en de uilentoren, waar we wat rondhingen en de informatiebordjes lazen.

Kamperen tussen motoren

Bij Amerongen moesten we van de route afwijken voor onze overnachtingsplek. Onze camping lag namelijk net aan de andere kant van de Nederrijn. Op de weg van Amerongen naar de veerboot ging Joey door zijn enkel. Gelukkig waren we bijna bij onze overnachtingsplek! Op de camping  parkeerde ik Joey met een icepack op zijn enkel tegen een boom terwijl ik de tent opzet.

We staan overigens op een hele kleine camping: motorcamping ‘t Dijkje. Eigenlijk is het een uit de kluiten gewassen voortuin, een grasveldje voor het huis van de eigenaar. En het is dus een motorcamping! Ik had echt geen idee wat ik ervan moest verwachten – en toch merkte ik dat het maar deels overeen kwam met mijn vooroordelen. Het kwam erop neer dat het vooral een knusse, gezellige overnachtingsplek was met eenvoudige faciliteiten. En het ontbijt de volgende ochtend bleek volledig veganistisch te zijn – dag vooroordelen!

Wandelen op de oudste bondswandelweg juli

Met de bus naar het dieptepunt

Tussen Amerongen en Rhenen ligt een stuk bos waarvan ik heb ontdekt dat je er meer dan een uur rondjes kunt lopen zonder te weten waar je geen gaat, terwijl je de routebeschrijving in je hand hebt. Althans, dat is wat er bij ons gebeurde. Uiteindelijk zijn we met gezond verstand (en Google Maps) het dichtstbijzijnde dorp in gelopen: Elst. Ik had het gehad met dat bos, en we besloten de bus te pakken naar Rhenen. Vanaf hier liepen we met hernieuwde moed verder, want dit stuk kende ik: hier liep ik eerder dit jaar NS-wandeling Blauwe Kamer. Vooral de Grebbeberg en het uitzicht over de Nederrijn zijn hier erg de moeite waard.

Na de Grebbeberg smokkelden we nog een stukje met de bus, tot aan Wageningen. Joey’s enkel bleef zeer doen, dus we namen regelmatig korte pauzes. Niet dat het daar beter van werd, maar in één ruk doorlopen ging gewoonweg niet. Via het Belmonte Aboretum en een bos kwamen we bij natuurcamping Quadenoord. Blij dat we het eindpunt van de dag weer hadden gehaald kozen we een mooi plekje uit. En ik was extra blij dat we op de camping waren omdat ik heel nodig moest plassen. Dus stel je mijn frustratie voor toen ik na een wandeldag waarop vanalles tegen zat, op een moment dat de nood hoog was, erachter kwam dat er een cijferslot op de wc zat waarvan niemand mij de code had gegeven…. Aargh! Een voorbijganger meldt droog de logica achter de cijfercombinatie van het cijferslot – want dat is toch op elke natuurcamping hetzelfde? Detail: dit is mijn eerste overnachting op een natuurcamping. Een camping die me overigens, toen ik de wc-code eenmaal wist, alles meeviel.

De volgende dag kwamen we helaas niet ver. Ter hoogte van Doorwerth besloten we dat we echt niet verder konden. Joey had enorme last van zijn enkel en ik moest echt toegeven dat ik het lopen met een volgeladen backpack had onderschat. We pakten de bus naar huis, en beloofden elkaar de route op een later moment uit te lopen.

De laatste loodjes: Rhenen – Arnhem

Dat latere moment was in oktober. Omdat we rond Rhenen een stukje hadden gesmokkeld met de bus, besloten we vanaf Rhenen te lopen. Voor de derde keer dit jaar stak ik de Grebbeberg over. Dit keer gingen we te voet naar Wageningen in plaats van met de bus. Tegen de tijd dat we het Aboretum bereikten stroomt het van de regen. Ja, je kunt niet alles hebben. In juli hadden we stralend weer, maar hadden we het vooral fysiek zwaar. Nu hebben we veel minder gewicht bij ons, maar zullen we eindelijk die poncho’s moeten gaan gebruiken.

In juli liepen we al langs een hotel die ons qua ligging en uitstraling erg aansprak. Een wit gebouw met de chique uitstraling die ze in de vorige eeuw nog kenden. Voor dit wandelweekend hadden we daar dus een overnachting geboekt, bij hotel Nol in ‘t Bos. We hadden alleen niet ingecalculeerd dat we daar druipend van de regen en met modderschoenen dat mooie hotel binnen zouden lopen. Ik hoop maar dat ze vaker verzopen wandelaars hebben ontvangen, en er niet te zeer van opkeken.

En dan is daar eindelijk de dag dat we deze route zullen uitlopen. Twee keer uitgesteld, maar toch. Het waren toch nog aardig wat kilometers voor deze laatste dag, en eerst zag ik het nut niet van de kleine omweg door kasteel Doorwerth – tot we erdoorheen liepen. Dit plekje is zeker een bezoekje waard! We liepen verder richting Oosterbeek, en stopten nog even bij de War Cemetry. Voor Joey is dit bekend terrein, en ik hoor de verhalen over zijn belevenissen in deze omgeving.

En dan lopen we Arnhem in. Via landgoed Zijpendaal en het Sonsbeekpark bereiken we Arnhem Centraal. We hebben de oudste bewegwijzerde wandelroute van Nederland, van Amsterdam naar Arnhem, uitgelopen.

Wandelen op de oudste bondswandelweg oktober

Ook ‘Te voet van Amsterdam naar Arnhem’?

De oudste wandelroute is 150 kilometer lang, en verdeeld over 6 etappes. Op de route van Amsterdam naar Arnhem kom je door het Gooi, over de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. De mooie natuurgebieden, geleidelijk veranderende omgeving en verschillende bezienswaardigheden maken dit tot een tocht die de moeite waard is.

Je kunt de routebeschrijving downloaden via de website van de ANWB.  Daar staan ook de  GPS-bestanden en uitleg hoe de route met een app kunt lopen.  Ook vind je hier een gedigitaliseerde versie van het originele wandelgidsje – niet dat je daar echt nog mee kunt gaan lopen, maar het is wel erg leuk om te bekijken!

In juli liepen wij met de PDF’s van de ANWB, maar voor de ‘laatste loodjes’ in oktober ontdekte ik dat er ook een boekje van de route is. Dit boekje heet: ‘Te voet met boswachter Ellen; Oude Bondswandelweg van Amsterdam naar Arnhem‘. In deze gids heeft Ellen Luijks aan de hand van de originele routebeschrijving een nieuwe route samengesteld. Deze route loopt dus niet gelijk aan die van de ANWB, maar wel zoveel mogelijk aan het originele pad. Het leuke aan het boekje is dat met een stippellijn ook de originele route in de kaartjes staat aangegeven, zodat nog concreter wordt wanneer je inderdaad op de oude bondswandelweg loopt. Ook geeft de gids veel achtergrondinformatie over de omgeving waar je doorheen en bezienswaardigheden waar je langs loopt. Een aanrader dus!

About Lindsey

Een stadsmeisje met liefde voor het buitenleven en meer reislust dan haar kantoorbaan kan bekostigen. Is vast van plan om de wereld te zien – ver weg en dichtbij. Gaat ooit naar Santiago lopen, en met een camper door Canada toeren. Haar lijfspreuk is: ‘Stop and smell the roses’, oftewel: neem de tijd om van het leven te genieten.

View all posts by Lindsey →

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *